
AIRCO ALGEMEEN

soorten airco's

In deze topic gaan we verder in op de algemene werking van een airco inverter en welke soorten airco’s vandaag op de markt verkrijgbaar zijn.
- 01
De algemene werking van een airco is gebaseerd op het principe van de koelmiddel kringloop. Daarin kunnen we vier delen onderscheiden: een compressor, een condensor, een ventilator en een verdamper.
Het hart van de airco is de compressor (4) die het koelmiddel rond het systeem pompt. Door de warmteopname uit de lucht wordt het koelmiddel in de verdamper (3) opgewarmd, waardoor gas ontstaat.
De compressor zuigt dit gas uit de verdamper en voert dit gas onder hoge druk en temperatuur naar de condensor (1). In de condensor wordt dit gas omgezet in een vloeibaar koelmiddel doordat het de opgenomen warmte afstaat aan de buitenlucht.
Een moderne airco kan naast koelen ook verwarmen door het hierboven beschreven proces om te keren. Zelfs bij matige vorst is verwarming mogelijk. Veel airco’s zijn tevens uitgerust met bijkomende functies zoals ontvochtigen en ventileren.
In vele warmere streken van de aardbol is de airco niet meer weg te denken uit het dagelijks leven. Zonder deze systemen zou er bijvoorbeeld in de Golfstaten in het Midden-Oosten ’s zomers niet veel activiteit mogelijk zijn.
Ook in koelere streken kan verwarming met airco nu al goedkoper en milieuvriendelijker zijn dan stoken met olie of aardgas omdat deze brandstoffen kostbaar zijn en elektriciteit in belangrijke mate duurzaam opgewekt wordt.
Onderstaand kunt u een schematische weergave van de werking van een lucht/lucht airconditioning terugvinden:
- 02
Bij een inverter wordt het toerental van de compressor voortdurend aangepast aan het gevraagde vermogen. Dankzij de traploze regeling is een uiterst energiezuinige werking mogelijk. Daarbij wordt voorkomen dat de unit voortdurend uitvalt en opnieuw opstart. De gelijkmatige werking heeft ook een gunstige invloed op de levensduur van de unit.
Onderstaand schema geeft grafisch de werking van een inverter weer:
- 03
De nieuwe Europese F-gasregelgeving 517/2014 verbiedt bepaalde koelmiddelen voor bepaalde toepassingen. Voor nieuwe enkelvoudige splitairco met een koelmiddellading van minder dan 3 kg wordt het gebruik van R-410A vanaf 2025 verboden en wordt koelmiddel met een aardopwarmingsvermogen van minder dan 750 verplicht. R-32-koelmiddel is daar een perfect antwoord op.
De chemische benaming voor R-32 is difluoromedaan. Het wordt al jarenlang gebruikt in de koelmiddelmengeling R-410A (R-410A is een mengeling van 50% R-32 en 50% R-125).
Daikin en andere spelers uit de sector erkennen de verschillende voordelen van R-32 in zijn pure vorm in vergelijking met R-410A of andere mengsels.
- 04
Het energieverbruik (rendement) van een warmtepomp wordt uitgedrukt in de SEER- en SCOP-waarde.
SEER (Seasonal Energy Efficiency Ratio) geeft de seizoensgebonden waarde van de energie-efficiëntie van het product weer en bepaalt zijn energieklasse in koelmodus.
SCOP (Seasonal Coefficient of Performance) geeft het seizoensgebonden rendement weer en bepaalt de energieklasse van de warmtepomp in verwarmingsmodus.
Hoe hoger de SCOP- en SEER-waarden, hoe zuiniger het toestel. Dankzij deze labels kunnen de energieprestaties van verschillende toestellen gemakkelijker met elkaar worden vergeleken.
- 05
De installatie bestaat uit een binnen- en een buitenunit . De installatie van de binnen -en buitenunit wordt uitgevoerd door ons plaatsingsteam. De buitenunit wordt naar uw wens op een plat dak, aan een muur of op de grond geplaatst. Leidingen worden zo veel mogelijk weggewerkt. Waar ze in het zicht zitten worden ze zo goed als mogelijk weggewerkt met kunststof siergoten in overleg met de klant. Ook de elektrische aansluiting van het toestel, het ontluchten, de lek detectie test en de inbedrijfstelling van de installatie door ons als erkend koeltechnisch bedrijf verzorgt.
- 06
Golfplaten, lambrisering, dorpels, leidingisolatie, … Asbest werd heel intensief gebruikt in bouwmaterialen en zit dus in heel wat huizen en gebouwen verscholen. Pas later werd ontdekt dat de vezels grote gezondheidsrisico’s veroorzaken.
De inventarisatie voor een asbestattest is 'niet-destructief' asbestonderzoek. Een niet-destructieve asbestinventaris beschrijft enkel de materialen die een risico kunnen vormen bij het dagelijks gebruik van het gebouw. Tijdens de inspectie worden nooit wanden of vloeren beschadigd om ingesloten asbest op te sporen. Bij het opstellen van een destructieve asbestinventaris gebeurt dat wel. Toch zijn ook voor een niet-destructieve inventaris soms kleine beschadigingen van verdachte materialen nodig.
Zo is het mogelijk dat bepaalde materialen kunnen beschouwd worden als asbestverdachte materialen. De asbestdeskundige zal in dat geval een staalname uitvoeren om de grijze zone uit te sluiten.
Met het blote oog is asbest dus niet zeker vast te stellen. Om 100% zeker te zijn, moet je een staal laten analyseren door een erkend laboratorium.